
Het boek Charlie and the Chocolate Factory is geschreven door de beroemde kinderboekenschrijver Roald Dahl. In 1961 schreef Roald Dahl het verhaal van Charlie’s Chocolate Boy. In dit eerste ontwerp worden wekelijks 10 Gouden Tickets uitgegeven, waarmee een bezoek te winnen is aan de chocoladefabriek van Mr. Wonka. Charlie Bucket vindt in zijn eerste poging meteen een ticket. De andere negen kinderen met wie Charlie de tour wint, worden pas beschreven als ze aan hun eind komen. Charlie klimt in de vorm van een chocolade jongen (Chocolate boy) en wordt daar omhult door chocolade. Hij wordt naar het huis van Mr. Wonka gebracht als cadeautje voor zijn zoon Freddie Wonka. Omdat Charlie een inbraak ziet gebeuren in het huis en hij daarna de inbrekers helpt vangen, krijgt hij van Mr. Wonka zijn eigen snoepwinkel: Charlie’s Chocolate Shop.
Het verhaal wordt een aantal keer herschreven, tot in 1962 het eerste manuscript verschijnt met de titel: Charlie and the Chocolate Factory. In de tussenliggende tijd is het aantal tickets verlaagd naar zes en is Grandpa Joe geïntroduceerd als oud medewerker van de fabriek en opa van Charlie. De latere Oompa Loompa’s heten dan nog Whiple-Scrumpets en zijn eigenlijk magere kale zwarte pygmeeën uit Afrika. In de definitieve versie is die aangepast naar Oompa Loompa’s en hebben ze lang goudbruin haar en een rosewitte huidskleur.
De eerste uitgave werd uiteindelijk gepubliceerd in 1964. De bijbehorende tekeningen waren toen van Joseph Schindelman. In de latere uitgave van 1998 zijn de tekeningen gemaakt door Quentin Blake. Deze tekenaar heeft de meeste boeken van Roald Dahl voorzien van tekening.

Roald Dahl is geboren op 13 September 1916, in Llandaff, Zuid-Wales. Toen hij acht jaar oud was werd hij naar een kostschool bij het Engelse Derby, genaamd Repton, gestuurd.
Een van zijn beste herinneringen uit zijn Repton-tijd was het testen van chacoladerepen. Cadbury, een bekende chocoladefabrikant , vroeg de studenten af en toe zijn nieuwe produkten uit te proberen en te waarderen. Dahl fantaseerde toen regelmatig over het werken in het laboratorium waar deze chocola werd uitgevonden en had toen nog geen idee dat hij jaren later een boek zou schrijven dat gebaseerd zou zijn op zijn dagdromen van toen.
Na het behalen van zijn diploma in 1933 ging Dahl voor Shell werken in Oost-Afrika, maar na het uitbreken van WO II werd hij gevechtspiloot bij de RAF. In de jaren ‘40 schreef hij een aantal artikelen over zijn ervaringen uit de oorlog. Zijn verhalen werden goed ontvangen en Dahl besloot fulltime schrijver te worden.
In de 50-er jaren schreef Dahl vele korte verhalen voor volwassenen. Dit waren angstaanjagende, macabere, koelbloedige verhalen. Vroeg in de jaren 60 begon hij met schrijven van zijn eerste verhalen voor kinderen. Zijn eerste kinderboek, James and the Giant Peach werd dan ook gepubliceerd in 1961 en werd gevolgd door Charlie and teh Chocolate Factory in 1964. Sindsdien heeft hij nog vele kinderboeken geschreven.
Op veel van zijn boeken is door volwassenen met afkeuring gereageerd en zijn zijn boeken bestempeld als: vulgair, overdreven gewelddadig en zetten ze aan totdisrespect voor het gezag.
Ondanks deze kritieken. Blijven boeken zoals Charlie and the Chocolate Factory immens populair.
Roald dahl stierf op 23 november 1990 in Oxford, Engeland.
Bron: West, M.I., Charlotte, North Carolina, USA, gevonden op http://kids.aol.com/homework-help/language-arts/book-notes/charlie-chocolate-factory#About_the_Author op 12 oktober 2009

De regisseur van de film, Mel Stuart, heeft in een interview met Daniel Robert Epstein verteld dat hij op het idee van de film werd gebracht door zijn dochter. Zij had het boek van Roald Dahl gelezen en wilde graag dat haar vader daar een film over zou maken. Mel Stuart, die voornamelijk documentaires maakte, legde het idee voor aan David Wolper. Op zijn beurt bracht Wolper het idee ter sprake bij Quaker Oats, waar ze in die tijd een documentaire over maakten. Quaker Oats zag een kans op publiciteit en bood $1.8 miljoen aan de filmmakers als zij de naam van de film zouden wijzigen in Willy Wonka… in plaats van Charlie… en de film uit zouden brengen tegelijk met hun nieuw te ontwikkelen Wonka Bar. Het geld is uiteindelijk betaald, maar de maak van Wonka Bar is toen nooit echt van de grond gekomen.
Omdat de producer, David Wolper, wilde dat de film werd opgenomen in plaatst die niemand zou herkennen, een plek die niet te plaatsten was in tijd of plaats, een fantasieplek. Hij koos daarom voor een kasteelachtig complex in München, Duitsland.
Gene Wilder vertoonde in 1971 de rol van Willy Wonka en wilde de rol alleen spelen als hij zijn entree mocht maken, slepend met zijn been alsof hij kreupel was en dan… zou hij een salto maken. Dit, om duidelijk het karakter neer te zetten van Willy Wonka, want vanaf dat moment zou niemand meer weten of hij nou de waarheid zou spreken of juist niet. Zo wilde Wilder ook dat het karakter gezien werd. Hij zag er dan ook uit als een vriendelijke man die tegelijkertijd duivels slecht karakter had en stuk voor stuk de kinderen uitschakelde.
Volgens Stuart is Roald Dahl nooit blij geweest met de film, omdat hij had verwacht dat het boek letterlijk verfilm zou worden. Stuart legt uit dat dit nooit kan, omdat een film echt iets anders is dan een boek. Ook waren op dat moment de Oom-pah’s in het boek nog Afrikaanse pygmeeën en kon dat echt niet meer in een film van die tijd.
De film was in eerste instantie alles behalve succesvol. Pas toen de film op werd uitgezonden op tv, werd de film door het grote publiek ontdekt en wilde steeds meer stations de film uitzenden. Ook de opkomst van de thuisvideo’s heeft een positieve invloed gehad op de film.
Bronnen:
Eppstein, R.D., interview met Mel Stuart, gevonden op 20 oktober 2009 op http://www.ugo.com/channels/filmtv/features/willywonka/default.asp
IMBd, review op de film: Pure Imagination: The Story of 'Willy Wonka and the Chocolate Factory van J.M. Kenny, gevonden op 22 oktober 2009 op http://www.imdb.com/title/tt0401736/usercomments

Regiseur Tim Burton weet met Charlie and the Chocolate Factory op een bijzondere manier het verhaal van Roald Dahl te verfilmen. Hij combineert de surrealistische fantasiewereld van Willy Wonka met het armoedige bestaan van Charlie tot een waar sprookje. Tim Burton heeft al in eerder films laten zien waar hij toe in staat is. Kijk maar naar films zoals: Beetle Juice, Edward Scissorhands en Sleepy Hollow.
Burton tekende al op jonge leeftijd cartoons. Hij volgde de California Institute of Arts en begon zijn carrière als animator voor Walt Disney. Creatief gezien was dit niet helemaal zijn ding. Toen hij het script voor de film Beetle Juice onder ogen kreeg bleek dit helemaal in zijn straatje te passen en de film uit 1988 werd een groot succes.
Charlie and The Chocolate Factory is de zesde samenwerking in vijftien jaar tijd tussen acteur Johnny Depp en regisseur Tim Burton. Als 'karakteracteur' heeft Depp een voorbeeld genomen aan de hosts van de vroegere kindershow in Amerika, zoals bijvoorbeeld: Captain Kangaroo en Mr. Rogers. Hun manier van praten en doen vond hij vroeger al vreemd en is hem altijd bij gebleven.
In de film zijn de originele rijmpjes uit het boek gebruikt en door Danny Elfman, om de exits van de betreffende kinderen te ondersteunen. De Oompa Loompa's, allemaal gespeeld de bekende kleine acteur Roy Deep, wisten de liedjes op een geweldige manier neer te zetten. Ondanks dat Roald Dahl in zijn originele versie van het boek de Oompa Loompa's neerzette als kleine zwarte pygmeën, denk ik dat hij met deze versie wel erg tevreden zou zijn geweest. het vermenigvuldigen van de Oompa Loompa's is grotendeels met de computer gedaan, maar in sommige gevallen heet Deep de scenes enkele honderden keren moeten overdoen om toch de karakters van de verschillende figuurtjes uniek te maken.
De vader van Wonka wordt gespeeld door Christopher Lee. Dit karakter komt niet in het boek voor en is voor deze film in het leven geroepen. Zo kan meer achtergrondinformatie gegeven worden over het verleden van Willy Wonka.
Burton vs Stuart
Beide films zijn anders van opzet, maar wel degelijk gebaseerd op het boek van Roald Dahl.
Beide films zijn anders van opzet, maar wel degelijk gebaseerd op het boek van Roald Dahl.
In het boek hebben bijvoorbeeld de kinderen twee ouders bij zich in plaats van één. De Oompa Loompa's zien er in beide films heel anders uit dan in het boek. Tekstueel gezien lijkt de film van Stuart helemaal niet meer op het boek.
Charlie is in het boek een vriendelijke stille jongen, die eigenlijk niet echt converseert met de andere kinderen in de fabriek, maar alleen met zijn ouders, opa en Willy wonka.
In de film van Stuart lijkt Charlie op de getekende versie van Quentin Blake uit het boek. Hij is wel veel spraakzamer dan in het boek en zet daarmee wel een ander karakter neer. In de film van Burton daarentegen ziet Charlie er welliswaar anders uit, maar zijn karakter klopt weer veel meer met die van het boek.
De personage Willy Wonka is in beide fims geheel anders. De teksten van Johnny Depp zijn grotendeels gelijk aan die van het boek. Ook zijn voor de liedjes de autenthieke teksten van Dahl gebruikt. De Wonka in de film van Stuart is eigenlijk ook meteen de verteller van het verhaal. Hierdoor heeft hij veel tekst. Burton maakt gebruik van een verteller buiten het verhaal.
De Wonka uit het boek lijkt opde tekeningen een vriendelijke uitbundige man, zoals ook de Wonka van Stuart. De Wonka van Burton is meer ingetogen en wereldvreemd.
Het landschap in de fabriek van Stuart ziet er echt uit als een landschap in een fabriek. In de film van Burton is het meer een fantasieland en verdwijnt het idee bijna dat het zich afspeelt in een fabriek. Het snoepgoed dat er te vinden is lijkt behoorlijk veel op elkaar, alleen het kleurgebruik van Burton is veel helderder.
Bronnen:
Oostrom van A., Samenvatting: Charlie and the Chocolate Factory, gevonden op 29 oktober 2009 op http://www.dvd.nl/reviews.php?reviewid=3847
IMBd: Charlie and the Chocolate Factory, gevonden op 29 oktober 2009 op http://www.imdb.com/title/tt0367594/