zaterdag 28 november 2009
Les beeldende vorming
Benodigdheden:
A3-karton in wit of diverse kleuren
Verf, kwasten
Schaar en lijm
Verschillende kosteloze materialen zoals: karton, plastic, wol, stof, enz.
Verschillende natuurlijke materialen zoals: hout, stokjes, bladeren, steentjes, enz.
Tijdschriften
Intro:
De kinderen hebben de film Charlie and the Chocolate Factory gezien. Ook is er besproken dat de sfeer in de verschillende scènes grotendeels bepaald wordt door het kleurgebruik, de gebruikte vormen en materialen.
Bespreek met de kinderen deze kleuren, vormen en materialen nog een keer en bedenk nog meer verschillende sferen zoals: kilte, vrolijkheid, blijheid, liefde, gezelligheid, droevigheid, enz.
Uitvoering:
Elk kind kies/krijgt een sfeer waar mee hij/zij gaat werken. De kinderen gaan materialen zoeken waarvan zij vinden dat het past bij de sfeer die zij gaan verwerken. Ze letten op kleur, vorm en textuur. De leerkracht zorgt dat er een evenwichtige verdeling is in de verschillende sferen.
De kinderen verwerken hun materialen in een collage en letten daarbij op de manier waarop de materialen op het karton bevestigd worden. Willen ze juist een strakke compositie of een meer vrije, organische vormgeving.
donderdag 12 november 2009
Reflectie Jennifer
De college's vond ik enerzijds erg boeiend, omdat duidelijk werd uitgelegd wat beeldaspecten zijn en hoe we goede vragen daarover kunnen formuleren en anderszijds chaotisch, waarbij voor mij de verwarring soms groter was dan de leeropbrengst.
Ook jammer dat we pas weer laat reactie kregen op onze blog. Met een deel van het commentaar het=b ik nu niet voldoende kunnen doen. In de tentamenweek kan toch niet verwacht worden dat er nog uren aan een blog gewerkt wordt en dat er nog een film bekeken en geanalyseerd wordt. Ik heb gemerkt dat ik toch echt meer dan vier uur slaap nodig heb per nacht ;-)
Al met al een heel verhaal. Ik hoop dat de opdracht wordt aangepast voor de volgende D2 groep en ben benieuwd naar de beoordeling.
Jennifer
woensdag 11 november 2009
Reflectie Nils
Fijn ook de snelle reacties van Guido, jammer dat die pas weer op een laat moment herhaald werden, maar zoals al gezegd in andere reactie: fijn dat er reactie kwam.
We hebben naar mijn inziens flink wat uit de film en zijn omgeving weten te halen.
Volgens mij is deze weblog geslaagd in zijn opdracht.
Reflectie Anne
Voor mij persoonlijk is deze module erg rommelig gestart. Ik ben iemand die houdt van duidelijkheid. Als de opdracht duidelijk is kan ik met volle 100% aan de slag. De duidelijkheid miste bij mij. Dit kwam mede door de weinige lessen die waren ingeroosterd, en het "materiaalpech" wat we hadden in de lessen (geen stroom etc)
Ik vind de opdracht te groot voor het aantal colleges wat we hebben gehad. Dat neemt niet weg dat het een leuke opdracht was, maar ik heb er niet uit kunnen halen wat ik had gewild.
Het begin vond ik erg moeilijk. Ik kon geen goed begin vinden en heb voor mijn gevoel erg veel tijd verloren aan nadenken en staren naar mijn laptop.
Ik vond het prettig om feedback te krijgen van Guido. Meteen bij het eerste bericht was een reactie, waar we meteen wat mee konden. Helaas schepte dat verwachtingen, en verwachte ik dat we meer reacties zouden krijgen. Ik ben dan ook een beetje teleurgesteld dat wij een paar dagen geleden pas een reactie kregen. Wij zitten nu midden in onze tentamenweek, maar moeten nog wel aanpassingen maken. Dat zorgt voor stress...Maar beter een late reactie dan geen reactie!
De samenwerking verliep in mijn ogen erg goed. Ik heb al vaker samengewerkt met Nils en Jennifer en dat verloopt altijd prettig. Het overleg verliep goed en de taakverdeling was naar ieders tevredenheid.
Ik vind dat wij met ons drieën een mooi product hebben neergezet.
Anne Folkers
Theorieles
Theorieles KO
maandag 9 november 2009
Praktijkles drama
Hierbij alvast de link:
http://jufjenn.webquestmaker.nl/drama
Graag jullie feedback!
dinsdag 3 november 2009
Praktijkles 1: muziek
Lesdoel:
Tijdens deze les kunnen de leerlingen in groepjes van 4 een dagelijkse gebeurtenis vertalen naar een rap.
Inleiding:
Als inleiding voor deze muziekles laten we een stukje uit de film zien waar de oempa loempa's een lied zingen voor iemand die afvalt.
Kern:
De leerlingen gaan leren rappen. Om te leren rappen moet je eerst meer weten over rappen. Wat is het? Kortgezegd is een rap een combinatie van ritme en poëzie. Je verteld een verhaal in een bepaald ritme. De laatste woorden rijmen op elkaar.
Elke zin in een rap heeft 4 tellen. Een complete rap bestaat uit 3 coupletten van 16 zinnen en een refrein van 4 zinnen. De raps die wij gaan maken hebben 1 couplet en 1 refrein.
De leerlingen worden in groepjes van 4 verdeeld. Elk groepje kiest een onderwerp uit het dagelijks leven. Dit kan alles zijn. Over deze situatie maken zij een rap.
Zij krijgen hiervoor 30 minuten de tijd.
Slot:
De groepjes laten de gemaakte rap aan elkaar horen. Als afsluiting van het thema komen de ouders naar school. Ook dan laten de groepjes de zelfgemaakt rap horen.
AF
maandag 2 november 2009
kijkwijzer
Kijkwijzer Charlie and the chocolate factory
Een kijkwijzer is voor de kinderen een manier om goed na te denken over wat ze net hebben gezien. Minder of het wel of geen leuke film was, maar om te kijken of ze de achtergronden en de gedachten van de makers kunnen doorgronden.
De kijkwijzer wordt gelijk na het bekijken van de film gemaakt.
De vragen:
1. Algemene indruk:
1. Wat maakt deze film leuk of niet leuk?
2. Waar gaat de film over in het kort?
3. Wie was je favoriet in deze film?
2. Dieper in de film:
1. Hoe heten alle kinderen die afvallen in de fabriek?
2. Kunnen de Oempa Loempa’s praten of communiceren ze op andere manier? Welke dan?
3. Wat is het lievelingseten van Augustus Loop?
3. Geluid:
1. Op welke momenten is de muziek erg opvallend in de film?
2. Welk verschil in stijl hoor je bij de muziekjes die je hoort als er een kind afvalt?
4.Personages:
1. Wat zijn de verschillen qua persoonlijkheden tussen de kinderen die afvallen en Charlie?
2. Zijn de "afvallers" personages die je ook op straat tegen kan komen?
3. Is Willie Wonka een sympathiek personage? Waaraan merk je dat?
5. Achtergronden van de film:
1. Zie je verwijzingen naar andere/ eerdere films en welke dan?
2. Mike Teavee valt af bij zijn eigen specialiteit (televisie), hoe vallen de andere kinderen af bij hun specialiteit?
Beeldaspecten:
1. Kleur:
1. Wat zijn de verschillen tussen de kleuren binnen en buiten de fabriek?
2. Wat betekenen deze verschillen tussen de kleuren binnen en buiten de fabriek?
3. Wat zie je aan het gezicht van Willie Wonka en blijft dat zo de hele film?
4. Hoe kan je zien dat de kleuren in de fabriek niet echt zo fel zijn?
2. Vorm:
1. Wat zie je aan de vorm van het huisje van Charlie en aan de fabriek? Wat bedoelt de maker daarmee?
2. Waar zie de verschillen tussen deze 2 gebouwen nog meer terug?
3. Kun je aan de cameravoering zien dat de verschillen worden verstrekt? Hoe dan?
6. Eigen mening:
1. Wat hebben de makers met deze film willen duidelijk maken?
2. Hoe kan je deze film nog beter te maken?
dinsdag 20 oktober 2009
Uitgebreide informatie

Het boek Charlie and the Chocolate Factory is geschreven door de beroemde kinderboekenschrijver Roald Dahl. In 1961 schreef Roald Dahl het verhaal van Charlie’s Chocolate Boy. In dit eerste ontwerp worden wekelijks 10 Gouden Tickets uitgegeven, waarmee een bezoek te winnen is aan de chocoladefabriek van Mr. Wonka. Charlie Bucket vindt in zijn eerste poging meteen een ticket. De andere negen kinderen met wie Charlie de tour wint, worden pas beschreven als ze aan hun eind komen. Charlie klimt in de vorm van een chocolade jongen (Chocolate boy) en wordt daar omhult door chocolade. Hij wordt naar het huis van Mr. Wonka gebracht als cadeautje voor zijn zoon Freddie Wonka. Omdat Charlie een inbraak ziet gebeuren in het huis en hij daarna de inbrekers helpt vangen, krijgt hij van Mr. Wonka zijn eigen snoepwinkel: Charlie’s Chocolate Shop.
Het verhaal wordt een aantal keer herschreven, tot in 1962 het eerste manuscript verschijnt met de titel: Charlie and the Chocolate Factory. In de tussenliggende tijd is het aantal tickets verlaagd naar zes en is Grandpa Joe geïntroduceerd als oud medewerker van de fabriek en opa van Charlie. De latere Oompa Loompa’s heten dan nog Whiple-Scrumpets en zijn eigenlijk magere kale zwarte pygmeeën uit Afrika. In de definitieve versie is die aangepast naar Oompa Loompa’s en hebben ze lang goudbruin haar en een rosewitte huidskleur.
De eerste uitgave werd uiteindelijk gepubliceerd in 1964. De bijbehorende tekeningen waren toen van Joseph Schindelman. In de latere uitgave van 1998 zijn de tekeningen gemaakt door Quentin Blake. Deze tekenaar heeft de meeste boeken van Roald Dahl voorzien van tekening.

Roald Dahl is geboren op 13 September 1916, in Llandaff, Zuid-Wales. Toen hij acht jaar oud was werd hij naar een kostschool bij het Engelse Derby, genaamd Repton, gestuurd.
Een van zijn beste herinneringen uit zijn Repton-tijd was het testen van chacoladerepen. Cadbury, een bekende chocoladefabrikant , vroeg de studenten af en toe zijn nieuwe produkten uit te proberen en te waarderen. Dahl fantaseerde toen regelmatig over het werken in het laboratorium waar deze chocola werd uitgevonden en had toen nog geen idee dat hij jaren later een boek zou schrijven dat gebaseerd zou zijn op zijn dagdromen van toen.
Na het behalen van zijn diploma in 1933 ging Dahl voor Shell werken in Oost-Afrika, maar na het uitbreken van WO II werd hij gevechtspiloot bij de RAF. In de jaren ‘40 schreef hij een aantal artikelen over zijn ervaringen uit de oorlog. Zijn verhalen werden goed ontvangen en Dahl besloot fulltime schrijver te worden.
In de 50-er jaren schreef Dahl vele korte verhalen voor volwassenen. Dit waren angstaanjagende, macabere, koelbloedige verhalen. Vroeg in de jaren 60 begon hij met schrijven van zijn eerste verhalen voor kinderen. Zijn eerste kinderboek, James and the Giant Peach werd dan ook gepubliceerd in 1961 en werd gevolgd door Charlie and teh Chocolate Factory in 1964. Sindsdien heeft hij nog vele kinderboeken geschreven.
Op veel van zijn boeken is door volwassenen met afkeuring gereageerd en zijn zijn boeken bestempeld als: vulgair, overdreven gewelddadig en zetten ze aan totdisrespect voor het gezag.
Ondanks deze kritieken. Blijven boeken zoals Charlie and the Chocolate Factory immens populair.
Roald dahl stierf op 23 november 1990 in Oxford, Engeland.
Bron: West, M.I., Charlotte, North Carolina, USA, gevonden op http://kids.aol.com/homework-help/language-arts/book-notes/charlie-chocolate-factory#About_the_Author op 12 oktober 2009

De regisseur van de film, Mel Stuart, heeft in een interview met Daniel Robert Epstein verteld dat hij op het idee van de film werd gebracht door zijn dochter. Zij had het boek van Roald Dahl gelezen en wilde graag dat haar vader daar een film over zou maken. Mel Stuart, die voornamelijk documentaires maakte, legde het idee voor aan David Wolper. Op zijn beurt bracht Wolper het idee ter sprake bij Quaker Oats, waar ze in die tijd een documentaire over maakten. Quaker Oats zag een kans op publiciteit en bood $1.8 miljoen aan de filmmakers als zij de naam van de film zouden wijzigen in Willy Wonka… in plaats van Charlie… en de film uit zouden brengen tegelijk met hun nieuw te ontwikkelen Wonka Bar. Het geld is uiteindelijk betaald, maar de maak van Wonka Bar is toen nooit echt van de grond gekomen.
Omdat de producer, David Wolper, wilde dat de film werd opgenomen in plaatst die niemand zou herkennen, een plek die niet te plaatsten was in tijd of plaats, een fantasieplek. Hij koos daarom voor een kasteelachtig complex in München, Duitsland.
Gene Wilder vertoonde in 1971 de rol van Willy Wonka en wilde de rol alleen spelen als hij zijn entree mocht maken, slepend met zijn been alsof hij kreupel was en dan… zou hij een salto maken. Dit, om duidelijk het karakter neer te zetten van Willy Wonka, want vanaf dat moment zou niemand meer weten of hij nou de waarheid zou spreken of juist niet. Zo wilde Wilder ook dat het karakter gezien werd. Hij zag er dan ook uit als een vriendelijke man die tegelijkertijd duivels slecht karakter had en stuk voor stuk de kinderen uitschakelde.
Volgens Stuart is Roald Dahl nooit blij geweest met de film, omdat hij had verwacht dat het boek letterlijk verfilm zou worden. Stuart legt uit dat dit nooit kan, omdat een film echt iets anders is dan een boek. Ook waren op dat moment de Oom-pah’s in het boek nog Afrikaanse pygmeeën en kon dat echt niet meer in een film van die tijd.
De film was in eerste instantie alles behalve succesvol. Pas toen de film op werd uitgezonden op tv, werd de film door het grote publiek ontdekt en wilde steeds meer stations de film uitzenden. Ook de opkomst van de thuisvideo’s heeft een positieve invloed gehad op de film.
Bronnen:
Eppstein, R.D., interview met Mel Stuart, gevonden op 20 oktober 2009 op http://www.ugo.com/channels/filmtv/features/willywonka/default.asp
IMBd, review op de film: Pure Imagination: The Story of 'Willy Wonka and the Chocolate Factory van J.M. Kenny, gevonden op 22 oktober 2009 op http://www.imdb.com/title/tt0401736/usercomments

Regiseur Tim Burton weet met Charlie and the Chocolate Factory op een bijzondere manier het verhaal van Roald Dahl te verfilmen. Hij combineert de surrealistische fantasiewereld van Willy Wonka met het armoedige bestaan van Charlie tot een waar sprookje. Tim Burton heeft al in eerder films laten zien waar hij toe in staat is. Kijk maar naar films zoals: Beetle Juice, Edward Scissorhands en Sleepy Hollow.
Burton tekende al op jonge leeftijd cartoons. Hij volgde de California Institute of Arts en begon zijn carrière als animator voor Walt Disney. Creatief gezien was dit niet helemaal zijn ding. Toen hij het script voor de film Beetle Juice onder ogen kreeg bleek dit helemaal in zijn straatje te passen en de film uit 1988 werd een groot succes.
Charlie and The Chocolate Factory is de zesde samenwerking in vijftien jaar tijd tussen acteur Johnny Depp en regisseur Tim Burton. Als 'karakteracteur' heeft Depp een voorbeeld genomen aan de hosts van de vroegere kindershow in Amerika, zoals bijvoorbeeld: Captain Kangaroo en Mr. Rogers. Hun manier van praten en doen vond hij vroeger al vreemd en is hem altijd bij gebleven.
In de film zijn de originele rijmpjes uit het boek gebruikt en door Danny Elfman, om de exits van de betreffende kinderen te ondersteunen. De Oompa Loompa's, allemaal gespeeld de bekende kleine acteur Roy Deep, wisten de liedjes op een geweldige manier neer te zetten. Ondanks dat Roald Dahl in zijn originele versie van het boek de Oompa Loompa's neerzette als kleine zwarte pygmeën, denk ik dat hij met deze versie wel erg tevreden zou zijn geweest. het vermenigvuldigen van de Oompa Loompa's is grotendeels met de computer gedaan, maar in sommige gevallen heet Deep de scenes enkele honderden keren moeten overdoen om toch de karakters van de verschillende figuurtjes uniek te maken.
De vader van Wonka wordt gespeeld door Christopher Lee. Dit karakter komt niet in het boek voor en is voor deze film in het leven geroepen. Zo kan meer achtergrondinformatie gegeven worden over het verleden van Willy Wonka.
Beide films zijn anders van opzet, maar wel degelijk gebaseerd op het boek van Roald Dahl.
Bronnen:
Oostrom van A., Samenvatting: Charlie and the Chocolate Factory, gevonden op 29 oktober 2009 op http://www.dvd.nl/reviews.php?reviewid=3847
IMBd: Charlie and the Chocolate Factory, gevonden op 29 oktober 2009 op http://www.imdb.com/title/tt0367594/
zaterdag 17 oktober 2009
Beeldaspecten
Tegenstelling tussen Charlie en Willie Wonka.
Buiten sneeuwt het regelmatig en er ligt sneeuw in de straten, erg guur. Binnen in Charlie’s huisje is het klein, oud, koud, donker en alles staat scheef. Charlie woont in het allerarmste huisje van de stad. Veel shots van boven om dit te versterken. Alles is ook dof in het huisje.
Ze zijn daar erg arm, maar het is wel erg gezellig.
Binnen in de fabriek is alles strak, alles glimt en alles in tot in de puntjes verzorgd, maar wel kil en ongezellig omdat er bijna niemand is in die grote fabriek (buiten de Oempa Loempa’s, maar die leven eigenlijk een eigen leven). Alles is groots aan de fabriek, zowel binnen als buiten, dit wordt versterkt door shots van onderen te maken en de enorme decors, waardoor de personages bijna verdwijnen in de sets.
De schrijver Roald Dahl had ook zeker een mix van donker en licht bedacht om het contrast goed weer te geven tussen arm en rijk.
De regisseur Tim Burton blijft trouw aan het boek en maakt alles extreem. Donker – Licht , Grauw – Kleurrijk, Arm – Rijk, enz.
Ook is de opa van Charlie heel erg dun, Charlie heel erg arm en de overige kinderen extreem in hun gedrag.
Hij had alleen Willie Wonka er ergens tussenin bedacht. Dit is een vreemd figuur die door de fabriek loopt als ware het zijn eigen hersens waar hij door wandelt. Vreemd, vaag en niet ergens in te passen. Ook is hij qua kleding een buitenbeentje. Willie Wonka is een ijdele dandy met een tijdloze kledij. De andere karakters zijn zeker personen die in het nu leven, qua kledij, uitstralingen gedrag.
Hier zie je hoe de makers duidelijk willen maken dat Charlie toch echt in het allerarmste huisje van de stad woont. Alles staat scheef en het is erg klein voor een hele familie.
Bij deze screenshot is duidelijk dat het er donker is, er zijn geen ramen. Het lijkt ook kleiner doordat het donker is, de shots veelal van boven zijn genomen en omdat Iedereen bij elkaar in 1 ruimte zit. Ook zijn er weinig kleuren.
Hier een plaatje van zo’n kille ongezellige, weer enorm grote ruimte.
Er zijn 2 werelden met 2 soorten kleuren. De wereld buiten de fabriek waar alles grauw, grijs en donker is. Het is altijd donker in het kleine huisje van Charlie.
Binnen in de fabriek springen de kleuren er uit. Tot in het extreme hebben de makers de kleuren “opgepompt” in de fabriek. Behalve de mensen die binnen in de fabriek zijn, en vooral hun gezichten, deze lijken grauw ten opzichte van alle snoepkleuren.
Het gezicht van Willie Wonka blijft de hele film grauw tot hij weer wordt herenigd met zijn vader. Dan krijgt zelfs zijn gezicht weer een warme kleur.
Ieder kind valt af en wordt “uitgedanst” door de Oempa Loempa’s. Deze hebben bij elk kind weer een andere kleur outfit aan.
Bij een gebeurtenis waarbij een kind afvalt gebeurt er iets ergs voor dat kind. De muziek en tekst (en Dans) zijn wel erg leuk en grappig om dit voorval niet al te serieus te nemen. Het tekent ook weer het rare van Willie Wonka.
De tijdsbeelden van de muziek lopen ook van oud naar jong.
August Loop ( de eerste afvaller) verdwijnt onder een “mambo” muziekje. Veruca Salt verdwijnt bij een “disco” liedje, Violet Beauregarde gaat weg bij een Modern “hippie” liedje en Mike Taevee, de agressieve gamer, moet afhaken bij een “rock” nummer.
Dit zijn eigenlijk allemaal clichés.
Willie Wonka is een raar persoon die nooit liefde van zijn vader heeft gehad en daardoor niks met volwassenen heeft. Hij kan zelfs het woord “parents (ouders)” niet over zijn lippen krijgen. Ook mocht hij vroeger nooit snoepen en daarom is hij juist een chocoladefabriek begonnen.
Charlie is het lieve jongetje dat niet aan zichzelf denkt, maar eerst aan anderen, vooral zijn familie. Hij kiest zelfs voor zijn familie als hij de hele fabriek kado kan krijgen. Hij ziet er lief uit. We voelen sympathie voor hem doordat hij arm is altijd correct is, niks verkeerd doet en omdat hij samen met zijn oude, lieve opa door de fabriek loopt, die ook al zo lief is.
Charlie is zo sympathiek dat hij flashbacks bij Willie Wonka oproept van zijn jeugd, Dat had Willie Wonka nooit.
Augustus Loop is het typisch dikke Duitse jongetje die niet kan stoppen met eten en er maar niet genoeg van kan krijgen. Hij valt dan ook af omdat hij, door hebzucht naar eten, in de chocola valt.
Veruca Salt is het typisch verwende, Amerikaanse rijkeluiskind dat mee mag doen omdat haar vader bijna alle repen heeft gekocht waar het “golden ticket” in kan zitten.
Zij valt af omdat zij niet luistert en perse een eekhoorn wel hebben ook nadat ze gewaarschuwd is dat dat gevaarlijk kan zijn.
Violet Beauregarde wordt gepushed door haar moeder de beste te zijn in alles en is bezig het wereldrecord, op 1 kauwgom te kauwen, te verbeteren. Zij is arrogant en wil iets doen wat niet kan. Maar zij zegt dat ze het wel kan en moet dat bezuren. Ze valt af doordat ze een ander stuk kauwgum opeet en dat gaat dus niet goed. Toch was ze van te voren gewaarschuwd.
Mike Taevee leeft in een eigen wereld. Hij zit alleen maar achter de televisie en is daar erg gewelddadig van geworden. Hij speelt ook veel oorlogsspelletjes op de televisie. Hij zou eigenlijk niet mee mogen doen, want hij heeft het systeem gehackt om aan zijn “golden ticket” te komen.
Hij valt dan ook af doordat hij het beter denkt te weten bij op de plek waar chocola via een televisie reist.
Alle afgevallen personages lopen tegelijk de fabriek uit met een blijvend gebrek. De ene is extreem lang en dun geworden, de ander zo flexibel dat ze niet meer gewoon kan lopen, enz.



In het verhaal zit de verwijzing van het verhaal van de “10 kleine negertjes”. Bij elke opdracht/ plek in de fabriek waar Charlie aan het kijken is valt er een kind af, voorafgegaan door een eigen dansje.
Een Indiër krijgt chocola op zijn neus, precies tussen zijn ogen waar zijn” bindi” hoort.
Verder zijn er veel verwijzingen naar andere fims, vooral Tim Burton’s eigen films; bijvoorbeeld Sleepy Hollow, waar, ook weer Johnny Depp, dezelfde grote bril opheeft als in deze film.
Verder wordt er ook naar Burtons films Ed Wood en Edward Sciccorhands verwezen.
Het van grijs en kleurloos overgaan naar felle kleuren is al eerder gedaan bij de film “The Wizard of Oz”.
Elk kind valt ook af bij zijn eigen “specialiteit”. Bijvoorbeeld Mike Teavee valt af bij de plek waar de chocola via de televisie wordt getransporteerd.
De standaardclichés overheersen; In dit verhaal overwint het goede van het slechte en uiteindelijk overwint liefde alles.
vrijdag 16 oktober 2009
Schriftelijk onderzoek naar een cultureel kunstzinnige activiteit.
Allereerst zijn wij gaan kijken naar actuele films. Er kwamen drie films naar boven, namelijk:
- 9 http://www.cinenews.be/Movies.Detail.cfm?MoviesID=7661&lang=nl
- G-force http://www.cinenews.be/Movies.Detail.cfm?MoviesID=7082&lang=nl
- Ice age 3 http://www.cinenews.be/Movies.Detail.cfm?MoviesID=5950&lang=nl
Omdat wij ons ook wilde oriënteren op al bestaande films, zijn we gaan rondkijken op http://kinderfilms.startkabel.nl. Dit is een verzamelsite waar allerlei genres te vinden zijn. Hieruit kwamen twee favorieten naar voren, namelijk:
- Corps bride
- Charlie and the chocolat factory (Sjakie en de chocoladefabriek)
Om ons niet alleen op film te oriënteren hebben wij ook naar theater gekeken.
(www.uitburo.nl)
- Lisa en de bruine Prins (8-10 jaar)
- Het meisje zonder naam (9-11 jaar)
- Woordkok (vanaf 8 jaar)
- Maliënkolder (vanaf 8 jaar)
Na het bekijken van alle opties hebben wij gekozen voor de film “Charlie and the chocolat factory”, een familiefilm uit 2005, met Johnny Depp in de hoofdrol.
Wij hebben gekozen voor een film omdat wij deze meerdere malen kunnen bekijken en daardoor deze opdracht op een goede manier kunnen uitwerken. Een toneelstuk kun je maar een keer bekijken. De actuele films vielen ook af om dezelfde reden. Deze films draaien momenteel in de bioscoop, dus daar moet je alle informatie vandaan halen.
Charlie and the chocolat factory is een film waar wij veel uit kunnen halen en waar wij een interessante en leerzame lessenserie over kunnen maken.